Tijdelijk werken tot in de eeuwigheid, dat moet stoppen
Dit opiniestuk is verschenen bij De Morgen
Sneller, efficiënter en goedkoper: populaire toverwoorden die richting geven aan onze economie. Beleidsmakers hebben er de mond van vol, maar zelden krijgen we een blik achter de schermen. Wat speelt er zich af in de machinekamer van onze Belgische arbeidsmarkt? Een wereld vol opportuniteiten voor werkgevers én werknemers? Voor wie het wil geloven. In werkelijkheid houden steeds vaker mensen in precaire situaties de motor draaiende. En daarin speelt uitzendarbeid een bedenkelijke hoofdrol.
Onze arbeidswetgeving is duidelijk: tegenover geleverde prestaties moet een eerlijke verloning staan. Om de grillen van de arbeidsmarkt het hoofd te bieden, kozen we ervoor om iedereen tot op zekere hoogte te beschermen. Maar die zekerheden zijn aan het smelten. Onder het mom van een noodzakelijke flexibilisering, wordt de arbeidswetgeving steeds vaker omzeild.
Vrijheid en zelfstandigheid: met die kluitjes worden de werknemers van een flexibele arbeidsmarkt in het riet gestuurd. Dat ze in ruil inboeten op bescherming bij ziekte, ongeval, ontslag, ouderdom of kinderen, lijkt een bijkomstigheid. Het resultaat is een werkende klasse die vastzit in onmogelijke uurroosters, moordende concurrentie en slaafse volgzaamheid. En dan heb ik het niet eens over koerierdiensten als Deliveroo. Nee, het is vooral de sector van de uitzendarbeid die slinks de onderdrukking van een grote groep werkenden organiseert.
Van uitzendarbeid tot uitbuitarbeid
Een groeiende groep mensen voert als ‘tijdelijke kracht' langdurig werk uit in eeuwigdurende dag- en weekcontracten. Vaak gelokt met het uitzicht op een vast contract stappen ze vol goede moed in de wereld van de flexibele uitzendarbeid. Een wereld waar veel werkgevers dol op zijn. Want daar kunnen ze met een vingerknip mensen aan de deur zetten, zonder invloed op ontslagcijfers. Alles is zo geregeld dat je interim-arbeiders naar believen kan vervangen of aan het lijntje houden.
Neem nu Els, een vrouw van 61. Zij werkt al negen (!) jaar van weekcontract tot weekcontract bij een groot bedrijf. Bij de start werd haar verteld dat ze tijdelijk ingeschakeld zou worden om een drukke periode te overbruggen, maar dat er zeker ruimte was voor extra personeel. Een mooie kans om te kijken of het werk haar lag, mét perspectief op een vaste job. Ideaal, toch?
Els doet nu al negen jaar diezelfde job. Nog steeds met tijdelijke contracten. Elke vrijdagnamiddag krijgt ze te horen of ze maandag mag terugkeren. En dus slaat elke vrijdagochtend de stress toe. Want dan worden de prestaties geëvalueerd. Een week minder gepresteerd? Dag en bedankt.
De truc met de maximumperiode
Uitzendarbeid kan ‘bij tijdelijke vervanging van een werknemer, bij tijdelijk meerwerk in een bedrijf, bij het uitvoeren van uitzonderlijk werk, met het oog op een aanwerving, voor artistieke prestaties of in het kader van een tewerkstellingstraject'. Kortom: het kan tijdelijk en mag wettelijk, zolang het niet langer dan één jaar duurt voor een welbepaalde job. Hoe komt het dan dat Els al negen jaar lang aan het lijntje wordt gehouden in die stresserende job-loterij?
Dat kan omdat heel wat bedrijven het klaarspelen om dat systeem om te zetten in een eindeloze aaneenschakeling van weekcontracten. De wet zegt immers niets over de mogelijkheid om na 1 jaar van uitzendkantoor te veranderen. Daardoor kan je werknemers in een eindeloze carrousel zetten. Gewoon even van interimkantoor switchen en voilà, een frisse herstart van de maximumperiode.
Zo werd Els de voorbije negen jaar bij maar liefst elf interimkantoren aangesloten. En zo doet ze al negen jaar hetzelfde ‘tijdelijke' werk. Die praktijk is onrechtvaardig en fout. Het is een bron van burn-out, stress en onderlinge concurrentie tussen collega's, met alle negatieve gevolgen van dien. En het speelt zich allemaal af onder de radar van de economische inspectie.
Grillige schaduwkant
Het kan nog grover: grote bedrijven hebben vaak zelf een aantal interimkantoren in huis, waardoor je als uitzendkracht nooit aan één jaar bij hetzelfde kantoor komt. Bovendien is er geen controle op de motieven van bedrijven voor uitzendarbeid. Zo kan ‘tijdelijke vermeerdering van werk' altijd het motief zijn. Die hele constructie is veel duurder dan mensen via de normale weg aanwerven, maar dat is de vrijheid om mensen als pionnen te kunnen inzetten blijkbaar waard.
Voor mensen als Els heeft die onzekere aaneenrijging van contracten een donkere schaduwkant. Ze worden gedwongen om slaafs door te werken - ziekte verbijten, niets kunnen regelen voor de zorg voor een ziek (klein)kind. Wanneer hun contract niet verlengd wordt, is er geen opzegperiode of sollicitatieverlof. Wordt het niet verlengd omdat je ziek bent, dan hoeft er geen gewaarborgd loon betaald te worden. Bovendien wordt de toegang tot werkloosheidssteun bemoeilijkt, want daarvoor moet je een aantal arbeidsdagen binnen een bepaalde periode kunnen voorleggen. En dat lukt door de grilligheid van de contracten vaak niet. Kortom: Els en tienduizenden andere uitzendkrachten leven in constante angst om hun job te verliezen. Ziek geworden? Dan mag je beschikken.
Uit het jaarrapport van Federgon Vlaanderen, de federatie van de HR-dienstverleners, blijkt dat in 2017 liefst 20,4% van de uitzendkrachten langer dan 1 jaar aan het werk was via uitzendarbeid. Met geen woord wordt gerept over het aantal uitzendbureaus per uitzendkracht. Er bestaan geen cijfers over wie waar tewerkgesteld is en wat ‘langer dan 1 jaar' precies wil zeggen. Uit de cijfers van 2018 concludeerde Federgon dat interimcontracten het bedrijven makkelijk maken om bij een dipje in de economische groei snel te kunnen snoeien in de personeelsuitgaven. Het mag dan ook niet verbazen dat er steeds meer verhalen opduiken over de benarde en uitzichtloze situaties van uitzendkrachten.
Spookwerknemers
Hoe blijft dit allemaal verborgen? Bedrijven kopen uitzendarbeid in ‘as a service', net als IT, HR of onderhoud. Maar wie die werknemers zijn, wordt nergens geregistreerd binnen het bedrijf. Die gegevens blijven achter in het interimkantoor. Voor het bedrijf is de uitzendkracht niet meer dan koopwaar: iemand die er werkt, maar niet op de payroll staat. Beslist men om een afdeling naar het buitenland te verhuizen of acht men de tewerkstelling niet langer nodig, dan valt niet op dat uitzendkrachten niet vervangen worden. Zo bestaat er geen registratie van de negen jaren die Els al aan de slag is op haar werkplek. En kan men misbruik blijven maken van haar precaire situatie.
Hoog tijd voor controle
Werknemers zijn geen tools uit een gereedschapskist. Het zijn mensen van vlees en bloed die een gezin moeten voeden, facturen en leningen moeten betalen, op pensioen gaan en soms ziek worden. Er zit geen permanente rek op. Daarom moet de overheid het onmogelijk maken om nog langer misbruik te maken van het systeem. Dat kan perfect met doortastende controle: de interimsector en werkgevers moeten de juiste en volledige gegevens verschaffen over de duur van uitzendarbeid door één persoon, tewerkgesteld door eender welk interimkantoor voor een welomschreven opdracht.
Alleen zo halen we mensen uit de benarde situaties waarin ze zich bevinden. Pas dan laten we wie van week tot week moet overleven opnieuw adem halen. Want mensen zijn niet gemaakt om steeds sneller, efficiënter en goedkoper ingezet te worden om de honger naar winst te voeden. Zulke flexibilisering is geen verhaal van vrijheid en nieuwe kansen, maar van uitbuiting. De arbeidswet is geen vodje papier maar een stevige basis die de zekerheid geeft om op een gezonde wijze een arbeidsrelatie aan te gaan: geen gedwongen huwelijk, maar een eerlijke en stabiele relatie met wederzijds respect.