Deze Vlaamse regering denkt dat alle ouders elke dag om 15u45 aan de schoolpoort kunnen staan
Een nieuw Vlaams decreet dreigt de buitenschoolse kinderopvang te kortwieken, schrijven Bieke Verlinden en Lalynn Wadera van Vooruit. ‘Waarom weiger je de kinderen, ouders en gezinnen in Vlaanderen vooruit te helpen?’
Dat de opvangnood van 50 jaar geleden niet dezelfde is als vandaag, dat is zo klaar als een klontje. Vroeger vierde het kostwinnersmodel hoogtij: de man kon met één inkomen een gezin onderhouden, de vrouw zorgde voor de kinderen. En ook de grootouders speelden toen een nog belangrijkere rol in de opvang en opvoeding van hun kleinkinderen. Oma’s hadden zich immers al heel hun leven als huismoeders geschikt en opa’s konden vroeger met pensioen. Het resultaat: op school had je bijna geen ‘nablijvers’.
De paar kindjes die toch ‘bewaring’ of ‘nabewaking’ nodig hadden, bracht men toen vanuit verschillende scholen samen in een initiatief ‘buitenschoolse opvang’ (IBO). Een systeem waarvan de huidige generatie kinderen en ouders op verschillende plaatsen nog steeds gebruik maakt. Een initiatief dat de Vlaamse overheid organiseert, subsidieert en waar ze toezicht op uitoefent, maar dat dus dringend aan vernieuwing toe is.
De puzzel voor ouders
Leuven heeft als centrumstad historisch gezien steeds 330 van die IBO plaatsen kunnen aanbieden. Deze werden ingericht door verschillende initiatieven (een kleine vzw of een grotere organisatie zoals Ferm). Maar in onze stad lopen meer dan 12.500 basisschoolkinderen (kleuters en lagere school) school. Dan spring je niet ver met die 330 plaatsen.
In die halve eeuw zijn de noden ook fel toegenomen. Want vandaag heeft zowat élk gezin opvang nodig. Niet per se elke dag, maar vaak wel verschillende momenten per week. Als (alleenstaande) ouder een gezin combineren met voltijds werk is een puzzel. Wie kan vandaag nog elke dag om 15u45 aan de schoolpoort staan? Ouders wringen zich in bochten, en grootouders – die vaak zelf nog aan het werk zijn – springen bij waar ze kunnen. We leven in een andere maatschappij dan 50 jaar geleden.
Een conclusie die ook de Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) maakt. Zij publiceerden een rapport waar de impact van het nieuwe Buitenschoolse Opvang en Activiteiten-decreet (BOA) op lokale besturen duidelijk werd. En het werd niets minder dan een noodkreet.
Maar u weet hoe dat gaat met deze Vlaamse regering: onderfinancieren en besparen op beleid dat ouders, kinderen en gezinnen vooruit helpt is blijkbaar een speerpunt. We moeten u de beschamende en desastreuze staat van onze kinderopvang (voor baby’s en peuters) niet meer uit de doeken doen. Maar er is nog een andere constante: onder het mom van meer autonomie voor de lokale besturen schuift Vlaanderen steeds vaker de hete aardappel door. En meestal pas nadat ze die eerst heeft laten aanbranden en bovendien gehalveerd heeft.
De lokale overheden moeten voortdurend alle zeilen bijzetten om dat gebrek aan investeringen op te lossen en te compenseren. In de meeste steden en gemeenten is er al een enorm tekort aan naschoolse opvangplaatsen. Daar proberen ze met eigen middelen oplossingen voor te vinden. In Leuven, bijvoorbeeld, investeren we al sinds 2011 als lokaal bestuur elke jaar fors in een eigen opvangproject genaamd KinderKuren. In afwachting van de beloofde Vlaamse middelen, geeft de stad tegen 2026 zelf 8 miljoen euro per jaar in kwalitatief hoogstaande en innovatieve naschoolse opvang.
Goochelen met cijfers
En wat doet de Vlaamse regering? Hetzelfde wat ze altijd doet: terugkomen op de beloofde middelen en beginnen goochelen met cijfers om uiteindelijk iedereen in de steek te laten. Want wat is nu het plan? In tegenstelling tot de beloofde bijkomende investeringen in naschoolse opvang – geschat op een 86,8 miljoen extra – besliste deze regering plots om de bestaande en erg beperkte middelen die verdeeld werden onder de verschillende IBO’s in Vlaanderen te schrappen en dat geld te herverdelen over alle Vlaamse steden en gemeenten op basis van het aantal schoolgaande kinderen.
De overheid neemt dus de rechtstreekse financiering van bestaande opvanginitiatieven (IBO’s) af en verdeelt die nu in kleine beetjes aan de gemeenten. Gevolg? De IBO’s kijken nu naar het lokale bestuur, want nu lijkt het alsof die hún geld afpakt. Stad Leuven krijgt in de toekomst zo’n 2 miljoen euro van Vlaanderen. Een schamele 2 miljoen, 6 miljoen te weinig op jaarbasis om ons KinderKuren-initiatief, dat we in samenwerking met alle scholen bouwden, te financieren. De Vlaamse regering laat dus iedereen in de steek: de steden en gemeenten, de IBO’s en natuurlijk alle ouders en kinderen die nood hebben aan naschoolse opvang.
Het nieuwe decreet is een gemiste kans om voor heel Vlaanderen een goed pedagogisch project te ontwikkelen. Wat een opdracht was van de Vlaamse regering, wordt zo een probleem voor 300 lokale besturen. Daarom vragen we de Vlaamse regering met aandrang om de lokale besturen de nodige financiële middelen en ondersteuning te geven om echt goede, kwaliteitsvolle en inspirerende plekken te creëren voor kinderen om voor en na school hun tijd door te brengen.
Tot dan zullen we hier in Leuven doen wat we steeds doen: onze verantwoordelijkheid nemen en het tekort bijpassen. Weeral.
Rechtse riedel
Waarom wil je krampachtig blijven vasthouden aan een systeem van 50 jaar geleden? Willen we terug naar het kostwinnermodel? En waarom zet je sectoren op tegen lokale besturen? Waarom weiger je om de kinderen, ouders en gezinnen in Vlaanderen vooruit te helpen?
Dit is allesbehalve het krachtdadig Vlaamse bestuur waar deze regering altijd de mond van vol heeft. Je kan niet enerzijds staan schreeuwen dat we meer mensen moeten activeren en anderzijds de puzzel om te kunnen gaan werken alsmaar moeilijker maken.
En dat rechtse riedeltje over de begroting? Dat is ondertussen zo achterhaald dat het gênant wordt. Als het je écht te doen is om de volgende generaties en als je echt inzit met onze kinderen en kleinkinderen, als je heel de tijd loopt te toeteren over het welzijn en de welvaart van de Vlaming, waarom laat je die dan vandaag in de steek?
Na al die jaren van achteruitgang op zovele vlakken, vraagt ook de kiezer zich stilaan af wat Vlaanderen eigenlijk voor hem doet. In de Septemberverklaring zal die kiezer alweer het zelfde antwoord terugvinden: beschamend véél te weinig.